Ongedierte

Bonte Knaagkever (Xestobium rufovillosum)

Deze kever is ook bekend onder de oude naam grote houtwormkever en wordt ook wel doodskloppertje genoemd. Het is een inheemse kever die veelal voorkomt in oude historische gebouwen, kerken en molens. De grote houtworm komt voornamelijk voor in oud eikenhout en soms ook in andere loofhoutsoorten. Vooral in iepen en kastanje, maar wordt soms ook aangetroffen in naaldhout, meestal grenen. De grote houtworm leeft veelal in symbiose met houtaantastende schimmels of zwammen.



Welke schade kan de bonte knaagkever of grote houtwormkever veroorzaken?

De aantasting is te herkennen aan ronde uitvliegopeningen in het houtoppervlak met een diameter van 2,5 mm à 4 mm. De boorgangen zijn gevuld met grof bolvormig boormeel en excrementen. De boorgangen lopen net als bij de gewone houtworm zeer grillig door het hout. De larve van de grote houtworm kan zich diep in de kern van het hout verpoppen en dan niet aan de buitenkant maar binnenin het hout in een bestaande of zelfgemaakte holte te voorschijn komen. Hier wordt dan gepaard waarna het wijfje hier ook eitjes legt. Op deze wijze kunnen opeenvolgende generaties in hetzelfde stuk hout verblijven zonder naar de oppervlakte te komen. Aan de oppervlakte lijkt de schade dan vrij gering in omvang, maar intern kan de schade in het hout vrij aanzienlijk zijn, waardoor de houtsterkte vaak aanzienlijk verminderd is. Constructieve aanpassingen zoals het vernieuwen of versterken van het hout zijn soms noodzakelijk. Aantasting door de grote houtworm vindt vaak plaats in hout welk ook al door schimmels is aangetast. De door schimmels aangetaste houtdelen vormen voor de larven een betere voedselbron. De schimmelaantasting hoeft op zich niet gevaarlijk te zijn voor het hout. Veelal echter zal de grote houtworm worden aangetroffen in combinatie met bruinrot veroorzakende schimmels welke wel het hout aantasten en de constructie ernstig kunnen verzwakken. Het is naar de mening van de schrijver van dit boekje een misvatting dat grote houtworm uitsluitend voorkomt in vochtig en door schimmels aangetast hout. Ook de opvatting dat het terugdringen van het vochtgehalte de aantasting van de grote houtworm kan doen stoppen vind bij hem geen gehoor. Wat uiteraard niet betekent dat niet alles in het werk gesteld moet worden om het vochtgehalte te verlagen.

Gegevens


De Kever
De kever is donkerbruin; 5 tot 8 mm lang, met op de dekschilden geelachtige spikkels. De kop gaat schuil onder een halsschild dat aan de zijde van de dekschilden sterk naar buiten is gebogen. De lichaamsvorm is enigszins cilindrisch. De kevers zijn het actiefst op warme dagen en maken bij het lopen over het hout als paringsritueel klopgeluiden door met hun kop tegen het hout te tikken. Zij kunnen gebrekkig vliegen, doen dit dan ook niet vaak en ook niet over grote afstanden. In de maanden maart tot en met juni verlaten de kevers het hout en leven dan nog ongeveer 2 maanden. In die tijd paren zij, veelal in namiddag bij een wat hogere temperatuur, waarna het vrouwtje 40 tot 60 eitjes, alleen of in groepjes van 3 tot 4 stuks, in spleten, holtes of op het ruwe oppervlak legt. De eitjes zijn wit en circa 0,6 mm lang. Tussen 2 en 8 weken komen de larven uit de eitjes. De jonge larven verplaatsen zich vlug over het houtoppervlak tot een geschikte plaats is gevonden waar zij het hout kunnen ingaan.

De Larve
De larven zijn geelachtig wit, het lichaam is gekromd en heeft drie paar kleine pootjes. Volwassen larven worden ongeveer 11 mm lang. Afhankelijk van aantasting door schimmels, temperatuur en vochtigheid duurt de ontwikkeling van de larven in het hout 2 tot 5 jaar. De grote houtworm heeft een volledige gedaanteverwisseling. Het verpoppen in een kever vindt plaats eind juli en augustus en duurt 2 à 3 weken. Na de verpopping verblijft de kever inactief gedurende de winter in het hout en komt pas het volgend voorjaar op warme dagen tussen maart en juni uit het hout te voorschijn. Soms komen in verwarmde gebouwen de kevertjes al in januari of februari te voorschijn.



Woonwebsite Disclaimer